Verplichte herkalibratie van de camera

Heeft je auto 1 of meerdere camera’s achter de voorruit dan moeten deze na een voorruitvervanging geherkalibreerd worden volgens de richtlijnen van de fabrikant.

Bij een voorruitvervanging wordt de camera vaak losgekoppeld en moet deze bij het terugplaatsen opnieuw ingesteld worden zodat je rijhulpsystemen terug correct werken.

Bij Carglass^® herkalibreren we dagelijks honderden camera’s van alle merken en modellen.

Dankzij onze investering in verschillende herkalibratiesystemen zijn we in staat om 99,4% van alle voertuigen onmiddellijk na de vervanging van de voorruit te herkalibreren.

Wanneer dit om technische redenen toch niet mogelijk zou zijn, geven we aan onze klanten mee dat dit door een andere erkende externe partij uitgevoerd dient te worden.

Of we met je auto moeten rijden hangt af van het type herkalibratie dat uitgevoerd moet worden.
Geeft het systeem aan dat we een statische herkalibratie moeten doen dan gebeurt dit gewoon in de werkplaats.
Maar soms moet er ook een dynamische herkalibratie gedaan worden waarbij we met de wagen moeten gaan rijden.

Voor we vertrekken wordt de kalibratieapparatuur verbonden met de wagen. Deze apparatuur geeft aan hoe lang en hoe snel er gereden moet worden. Gemiddeld moet er gedurende 15 minuten aan een snelheid van 50 à 70 km/u met de wagen gereden worden op een weg voorzien van wegmarkeringen. Na de rit wordt het contact aan- en uitgezet en geeft de apparatuur aan of de herkalibratie al dan niet succesvol was.

Om correcte informatie te verzamelen moet de apparatuur letterlijk millimeter precies afgesteld of gekalibreerd zijn.

Als de positie van de ADAS-camera achter de vooruit bijvoorbeeld een paar millimeters afwijkt, kan dit al impact hebben op de juiste werking van het rijhulpsysteem.

Een kleine afwijking in het positioneren achter de voorruit kan er bijvoorbeeld al voor zorgen dat de camera foute informatie doorgeeft. De camera achter de voorruit krijgt een ander gezichtsveld waardoor deze iets anders ziet dan wat hij moet zien. Hierdoor werken je rijhulpsystemen niet meer correct en remmen of waarschuwen die te laat waardoor de veiligheid van bestuurder, passagier of andere weggebruikers in gevaar kan komen.