1. Maak je auto ijs- en sneeuwvrij
Is je auto ondergesneeuwd? Maak die dan eerst volledig sneeuw- en ijsvrij. Gebruik daarvoor antivriesspray. Met de ruitenontdooier Riwax Ice-Ex doe krijg je je ruiten, lampen en spiegels snel schoon. Verwijder ook de sneeuw of het ijs van je dak. Anders dondert die troep tijdens de rit naar beneden. Het resultaat? Een belemmerd zicht of een boze achterligger.
Staat je auto ’s nachts buiten? Leg dan een karton of deken tussen je ruitenwissers en voorruit. Zo voorkom je dat ze aanvriezen. Check ook geregeld of er nog genoeg ruitenwisservloeistof in het reservoir zit. Voeg er eventueel wat antivriesmiddel aan toe.
2. Rij met winterbanden
Laat je banden vervangen door winterexemplaren. Die hebben een aangepast profiel en zijn gemaakt van zachter rubber. Zo hou je beter grip op de weg en beperk je je remafstand. Wat winterbanden niet zijn? Een excuus om je aandacht op de weg te laten verslappen. Blijf altijd alert!
3. Start in tweede versnelling
Sneeuwt het? Dan vertrek je het best in tweede versnelling. Zo vermijd je dat je banden doorslippen. Geef niet te veel gas en laat de koppeling zacht opkomen.
4. Pas je snelheid aan
Daalt de winter neer over het land? Hou dan rekening met onverwachte slippertjes of manoeuvres van andere weggebruikers. Matig je snelheid én bewaar voldoende afstand. Bumperkleven is nooit een goed idee – zeker niet in de sneeuw.
5. Wees extra voorzichtig
Schommelen de temperaturen rond het vriespunt? Let dan extra op wanneer je op een brug, op- of afrit rijdt. Door de open ruimtes heeft de kou daar vrij spel. Ook tunnels en plaatsen met veel bomen, wind of schaduw zijn extra gevaarlijk. Oppassen geblazen!
6. Hou controle bij slippertjes
Voel je dat je begint te slippen? Blijf dan vooral rustig. Rem niet meteen, maar ontkoppel. Richt je ogen op de plek waar je heen wilt – de uitweg, niet de hindernis die je wilt ontwijken. En stuur zo tegen.
7. Oefen je automatische versnellingen
Heb je een automatische versnellingsbak? Dan moet je ontkoppelen wanneer je auto gaat slippen – net als bij een auto met een manuele versnellingsbak. Hoe? Zet de versnellingspook in neutraal. Zo onderbreek je tijdelijk de wielaandrijving. Hebben je wielen weer grip? Zet dan je versnellingspook weer in drive. Dat is even wennen. Oefen daarom eens op een veilig terrein.