Word je een vreemd gevoel gewaar aan jouw wagen? Een soort hobbelend ritme? Dan heb je hoogstwaarschijnlijk een platte band. Maar dat hoeft geen ramp te zijn. Want een band vervangen, is minder moeilijk dan het lijkt. Carglass® legt het je in enkele eenvoudige stappen uit.
1. Zet je wagen in eerste versnelling
Door je wagen in eerste versnelling te zetten, blokkeer je de wielen. Dat maakt het gemakkelijker om de bouten straks los te draaien.
2. Trek je handrem op
Met de handrem op ben je er zeker van dat je wagen niet plots begint weg te rollen.
3. Plaats je gevarendriehoek
Neem je gevarendriehoek en zet die minstens 30 meter achter je wagen. Staat je wagen op de pechstrook van de autostrade? Dan mag je de gevarendriehoek tot 100 meter achter je wagen plaatsen. Je vier pinkers aanzetten, is een goed extra signaal voor de andere weggebruikers om waakzaam te zijn.
4. Draai de bouten van je wiel een slag los
Maak nu de bouten van je wiel met een moersleutel los – tegen wijzerzin. Heb je moeite om ze los te wrikken? Probeer dan met je voet extra kracht te zetten op de moersleutel.
5. Krik je wagen op
Zet de krik op de plaats die daarvoor is voorzien. Check eerst in de handleiding van je wagen waar dat precies is, want dat verschilt voor diverse merken en modellen. Krik vervolgens de wagen op tot het wiel van de grond loskomt.
6. Draai de bouten volledig uit het wiel
In stap 4 maakte je de bouten al een beetje los. Nu is het moment gekomen om ze volledig los te draaien. Let op: verlies ze niet en hou ze bijeen.
7. Neem het wiel eraf
Maak het wiel los en trek het met beide handen naar je toe. Komt het niet meteen goed los? Geef er dan even een schop(je) tegen.
8. Plaats het nieuwe wiel
Haal het reservewiel uit je koffer en plaats dat op de lege plek. Hou het wiel met de lekke band bij in uw kofferbak.
9. Breng alle bouten weer aan
Span de bouten niet te snel te veel aan. Anders loop je het risico dat het wiel scheef komt te zitten.
10. Laat de krik opnieuw zakken
Draai de krik terug totdat je wagen weer in evenwicht is.
11. Span de bouten stevig aan
Draai je met de moersleutel alle bouten nog een laatste keer stevig aan.
Klaar? Mooi zo. Dan rijd je nu met je wagen met reservewiel het best meteen naar een garage, waar ze je een volledig nieuwe band aanmeten. Want vergis je niet, een reservewiel is niet gemaakt om lang mee rond te rijden!
Special case: de klapband
Gaat je wagen plots wat aan het slingeren op de weg? Dan is de kans groot dat je een klapband opliep. Door slijtage, schade door ergens op te botsen of een te zware lading, … Waaraan het ook ligt, bij een klapband komt het erop aan om kalm te blijven. Ga niet op je rem staan, maar laat zachtjes je gas los. Laat de auto zo uitbollen en begin pas te remmen wanneer uw snelheid tot onder 50 km/u is gezakt.
Nog beter is een klapband voorkomen. Dat doe je door regelmatig je bandenspanning te checken. En door slijtage geen kans te geven. Carglass® wenst je alvast een veilige reis!